In deze tijden van afzondering, willen we de tijd nemen om stil te staan bij enkele bijzonder momenten en kleurrijke figuren die onze indrukwekkende geschiedenis hebben vorm gegeven.
Onze rijke geschiedenis kent vele hoogtepunten maar soms zijn er van die wedstrijden die we misschien anders hadden moeten aanpakken. De Europese campagne van het seizoen ’89 -’90 is onvergetelijk. Zij die er bij waren schatten het elftal van dat seizoen nog steeds erg hoog in. Geef toe: Filip De Wilde, Georges Grün, Patrick Vervoort, Stephen Keshi, Guy Marchoul, Wim Kooiman, Arnor Gudjohnsen, Charly Musonda, Luis Oliveira, Marc Degryse, Marc Van der Linden, Milan Jankovic en Luc Nilis. Kwaliteit genoeg. De apotheose had zo mooi kunnen zijn…
Dat jaar schakelden we het grote FC Barcelona uit, getraind door Johan Cruijff, in de achtste finales. Dat bleek geen garantie tot succes. Na de Catalanen volgden de scalps van Admira Wacker en Dinamo Boekarest. In de finale trof RSC Anderlecht de Italiaanse subtopper Sampdoria Genoa. La “Samp” had een ijzersterke verdediging met o.m. Pagliuca in doel en de rots Vierchowod centraal. De voorhoede bestond uit twee sluipmoordenaars: Vialli en Mancini. De finale werd gespeeld in Göteborg, Zweden. De grasmat van het Ullevi stadion lag er erbarmelijk bij na een concert van Bruce Springsteen.
Toegegeven de Italianen waren beter maar Filip De Wilde hield ons recht. De spitsen werd Marc Van der Linden en Marc Degryse werden nauwelijks bereikt. Bovendien had trainer Aad De Mos middenvelder Milan Jankovic, die notabene net hersteld was van een vervelende blessure, opgesteld in plaats van de geniale Luc Nilis. Hij zat samen met Oliveira op de bank. Sommige fans hebben het Aad De Mos nooit vergeven. We zullen nooit weten of daar de sleutel van het falen lag maar Sampdoria versloeg ons pas, na een stugge wedstrijd, in de verlengingen met 2 doelpunten van Gianluca Vialli. Het was meteen onze laatste Europa Cup finale uit onze geschiedenis. Dat kan ooit nog veranderen.