In Brussel wordt er al even werk gemaakt van een betere representatie van vrouwen in het straatbeeld. Daarom besliste de gemeente Anderlecht om een nieuw synthetisch voetbalterrein aan de Scheutwijk een originele naam te geven. De eer valt te beurt aan Sakina Diki Ouzraoui, speelster van onze RSCA Women die al 4 seizoen in paars-wit speelt en ook zelf afkomstig is uit Brussel. Ze wordt daarmee de eerste vrouw die haar naam leent aan een voetbalpleintje.
Sakina Diki Ouzraoui werd in het bijzijn van Anderlechts burgemeester Fabrice Cumps, heel wat leden van het schepencollege, coach van de RSCA Women Johan Walem en David Steegen, hoofd Public Affairs van RSC Anderlecht, verrast met de inhuldiging van het voetbalterrein dat voortaan haar naam draagt. “Ik was hier naartoe gekomen voor de kinderen die hier zullen kunnen spelen, omdat ik weet hoe belangrijk het is om goeie voetbalterreintjes in je wijk te hebben. Ik heb zelf alles geleerd op de agora’s in Brussel. Ik was echt enorm verrast, en ik ben vooral erg fier dat ik als Brusselse vrouw mijn naam kan lenen aan dit terrein.”
Onze club is uiteraard erg tevreden dat de gemeente koos voor een op-en-top Brusselse speelster als Sakina. Ze is een rolmodel voor veel meisjes uit Brussel die dromen van een voetbalcarrière en is een sterke persoonlijkheid die onze stad in haar hart draagt. “Dit is een symbolische plek, want het eerste stadion van RSC Anderlecht bevond zich hier in de Scheutwijk”, aldus David Steegen, hoofd Public Affairs van RSC Anderlecht. “Onze club heeft zelf als doelstelling om meer meisjes in Brussel aan het voetballen te krijgen, dus we zijn erg tevreden dat een speelster van RSCA het lichtend voorbeeld mag zijn.”
Anderlechts burgemeester Fabrice Cumps treedt hem daarin bij. “De gemeente beseft het belang van goede synthetische terreinen in de Brusselse wijken om jonge spelertjes te helpen hun technische vaardigheden te ontwikkelen. RSC Anderlecht toont zich daarin een mooie partner en dus vonden we het een mooi gebaar om dit pleintje naar Sakina te noemen.”