Hij moest de opvolger van Jan Mulder worden. Attila Ladinszky (13/09/1949) was minstens even goed dan de Nederlander maar hij had niet dezelfde zelfdiscipline. Toch werd hij in 1974 topschutter met 22 doelpunten. Met Robbie Rensenbrink op links en André Denul op rechts vormde hij een gevaarlijk aanvalstrio. Ladinszky was een zigeuner waardoor hij in Hongarije geen echte nationaliteit had. Hij mocht daarom niet voetballen in landen met een communistisch regime.
Via FC Tatabanya en Vasas Boedapest belandde hij bij het Duitse Rot Weiss Essen en vervolgens bij Feyenoord Rotterdam. Na een teleurstellend seizoen 1972/73 werd hij in allerijl door RSC Anderlecht gekocht. Hij debuteerde in de bekerfinale tegen Standard en maakte meteen de 2 goals die ons de zege opleverden. Hij groeide meteen uit tot de absolute publiekslieveling.
“1,2,3 Attila est là” weerklonk uit de kelen van onze spionkop toen hij op het veld stond. Attila Ladinszky leidde een liederlijk leven en bleef maar 2 seizoenen bij ons. Toch zullen we hem nooit vergeten. Na zijn verblijf in Brussel vertrok hij naar Betis Sevilla. Na zijn loopbaan keerde hij terug naar Brussel waar hij, in Elsene, een restaurant opende. Rust in vrede, Attila.