Voor spelers en staf is het tussenseizoen een rustperiode. Voor de terreinverzorgers is het dan weer het moment om sneller te schakelen en de terreinen onder handen te nemen. Maar hoe pakken ze dat precies aan?
Enkele weken voor het seizoen ten einde loopt, stellen greenkeeper Gwennaël Degrendel en zijn team de planning al op samen met consultant Michel Poncelet. Zo kunnen ze efficiënt aan de slag. En dat loont. Eind mei is het belangrijkste werk al verricht op de oefenterreinen van de A-ploeg en de U21.
Af en toe dienen de grasmatten volledig vervangen te worden, maar dat is niet elk seizoen nodig. Zo werd op Neerpede één terrein opnieuw aangelegd, maar bij de meeste terreinen volstond een regeneratie.
Hierbij verwijderen de terreinverzorgers ongeveer 50% van het grasveld, meer bepaald het dode gras. Vervolgens maken ze met een beluchter gaatjes in de grasmat. Dankzij de lucht die in de grasmat binnendringt, kunnen de wortels nog iets dieper in de grond gaan.
De gaatjes zijn zo’n 20 tot 25 centimeter diep en worden nadien gevuld met zand. Alles wordt mooi afgevlakt, waarna het tijd is om te zaaien. Het belangrijkste werk is nu gebeurd. Wat volgt, is het verschijnen van mooie groene grasmatten, die greenkeeper Gwennaël samen met zijn team (Tomas, Ludovic en Gaetan) het hele seizoen lang piekfijn onderhoudt. Bij bepaalde werken wordt er ook weleens een externe partner ingeschakeld.