Niet enkel spelers als Alin Stoica, Marc Degryse en Rob Rensenbrink hebben een verleden bij RSCA én Club Brugge, ook enkele coaches stonden aan beide kanten. Niet minder dan vijf coaches passeerden zowel de in het Astridpark als op Olympia de revue.
De Hongaarse ex-voetballer Andras Berès belandde hij in 1962 in België als coach van Beerschot, waarmee hij op vier seizoenen tijd drie keer in de top vier eindigde. Er volgde een transfer naar het Astridpark, waar hij de legendarische Pierre Sinibaldi moest opvolgen. Hij schonk Paars-Wit een vierde titel op rij, maar zijn tweede seizoen in de hoofdstad verliep stroef. Berès mocht beschikken en ging uiteindelijk na passages bij Daring Club de Bruxelles, Berchem Sport en Beerschot in 1972 aan de slag als makelaar. Zes jaar later zorgde Club Brugge echter voor een verrassing door de Hongaar aan te stellen als opvolger van Ernst Happel. Eén jaar later, na zijn ontslag bij blauw-zwart, liep de trainerscarrière van Berès officieel ten einde. Hij bleef wel in het Antwerpse Boom wonen, waar hij in april 2007 op 82-jarige leeftijd overleed.
Norberto Höfling coachte Club Brugge tussen 1957 en 1963 en bracht de Bruggelingen in zijn eerste seizoen van tweede naar eerste klasse. Na een seizoen bij Feyenoord en drie jaar bij Racing White keerde Höfling terug naar Club Brugge in het seizoen 1967-1968, met een Beker van België als resultaat. Paars-Wit plukte hem er weg, maar dat werd geen onverdeeld succes. De Roemeense coach werd na enkele maanden al ontslagen. Nadien volgden nog opdrachten bij Daring Club de Bruxelles, AS Oostende, KAA Gent en het Italiaanse Pro Patria. Höfling overleed in 2005 op 80-jarige leeftijd in Brugge.
Georg Kessler heeft niet enkel een Belgisch verleden bij RSCA en Club Brugge, hij was later ook bij Royal Antwerp FC en Standard aan de slag. Hij werd in 1971 hoofdtrainer bij Paars-Wit nadat hij adelbrieven van de Nederlandse nationale jeugdploegen en Sparta Rotterdam kon voorleggen, maar in het Astridpark botste het al snel met enkele grote namen uit de selectie. In 1972 was het verhaal van Kessler al ten einde. Tien jaar later keerde de Duitser terug naar België om coach te worden bij Club Brugge. Kessler haalde Europees voetbal, maar verliet Brugge in 1984 om naar Olympiakos te trekken. In 1998 zette hij een punt achter zijn trainerscarrière na een tweede passage bij Antwerp.
Georges Leekens maakte als speler naam en faam bij Club Brugge, maar in zijn trainersloopbaan passeerde Mac the Knife eerst in het Astridpark. Tussen 1984 en 1987 was hij als T1 actief bij Cercle Brugge, toenmalig Michel Verschueren haalde hem nadien naar Paars-Wit. In februari 1988 was het verhaal van Leekens bij Paars-Wit al ten einde en werd hij opgevolgd door Raymond Goethals. Nadien volgden nog - tussen heel wat andere clubs en landen door - twee passages bij Club Brugge. Tussen 1989 en 1991 werd hij kampioen en won hij een Beker van België, in 2012 nam hij verrassend genoeg ontslag als Belgisch bondscoach om opnieuw voor blauw-zwart te gaan werken. In november van dat jaar werd Leekens er echter al ontslagen. Sinds vorig jaar is de nu 68-jarige Leekens aan de slag als bondscoach van Hongarije.
Hugo Broos is de enige uit het rijtje die wat langer actief was als coach bij Paars-Wit. Nadat hij tijdens zijn spelerscarrière al dertien jaar bij RSCA en vijf jaar bij Club Brugge actief was, begon hij het trainerschap in 1988 bij RWDM. Tussen 1991 en 1997 coachte hij Club Brugge, waar hij twee titels en twee bekers aan zijn palmares mocht toevoegen. Na vijf jaar Excelsior Moeskroen volgde een contract bij Paars-Wit. Tussen 2002 en 2005 veroverde hij één titel met RSCA en lanceerde hij onder meer Vincent Kompany. In februari 2005 werd hij echter ontslagen. Sinds begin dit jaar is de nu 65-jarige Broos actief als sportief directeur bij KV Oostende.