Hij verlaat het clubje van zijn geboortedorp Hamont al snel om voor Thor Waterschei te gaan voetballen. In het seizoen 1983-1984, op 18-jarige leeftijd, maakt Marc Emmers (25/02/1966) zijn debuut voor de mijnploeg. Hij wordt al snel titularis maar 2 jaar na zijn debuut degradeert geel-zwart naar de 2de klasse. De talentvolle jonge speler riskeert uit beeld te verdwijnen maar hij wordt, na één seizoen in 2de klasse, opgevist door KV Mechelen.
In de succesformatie van Malinois Voorzitter John Cordier en trainer Aad De Mos behaalt hij de grootste successen. Emmers is een veelzijdige voetballer. Rechtsachter, libero, verdedigende middenvelder, aanvallende middenvelder, achter de spitsen… Hij kan elke positie aan. Toch is Marc Emmers het slachtoffer van zijn polyvalentie waardoor hij zich nooit helemaal kan waarmaken op één positie. In 1992 wordt Emmers naar RSC Anderlecht getransfereerd waar hij tot 1997 blijft.
Hij wordt afgeremd door tal van blessures. Johan Boskamp noemt hem een van de beste libero waar hij ooit mee werkte. Ondanks de vele kwetsuren wordt hij 3 maal kampioen met Royal Sporting Club Anderlecht. Hij beslist zelfs over de titel met een goal op KAA Gent. Na de zoveelste blessure en de zoveelste geduldige revalidatie komt hij weer aan spelen. Hij krijgt, uit bij het Schotse Hibernian, een doodschop te verwerken die zo goed als het einde van zijn loopbaan inluidt.
In 1997 vertrekt hij met zijn maatje Bruno Versavel nog naar het Italiaanse Perugia en dan naar Zwitserland om voor Lugano te voetballen. Helaas, de gloriejaren zijn onherroepelijk voorbij. In 2000 voetbalt hij nog in Diest en nadien bij Hamont waar hij 2002 zijn loopbaan afsluit. Ondanks alle pech is Marc Emmers een groot voetballer geweest.